Verwarm de oven voor op 220 graden. Was 500 g aardappels en snij in wedges. Meng met olie, peper en zout en verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat. Bak de aardappels 25 minuten in de oven.
2
Snij 300 g witte kool in dunne reepjes en 100 g peen in halve maantjes.
3
Verwarm een goede klont boter in een wok en roerbak de groenten een paar minuten op hoog vuur. Voeg als de kool wat geslonken is 1 tl tijm toe en wat zout. Hak 2 teentjes knoflook fijn en roerbak eventjes mee. Dek af en laat 10-15 minuten zachtjes beetgaar smoren.
4
Verwarm een beetje olie in een koekenpan en bak 2 Tartaartjes om en om bruin in ca. 5 minuten. Je kan ze rosé eten als je dat lekker vindt.
5
Verwijder indien gewenst het hart van 1 stronkje roodlof en snij in ringetjes. Check of de groenten beetgaar zijn. Breng goed op smaak met een kneepje citroensap, zout en peper. Schep vlak voor het serveren de roodlof erdoor en knip ½ bakje tuinkers eroverheen.
6
Serveer de tartaartjes met de groenten, gebakken aardappels en eventueel wat mayonaise.