1
Schil 250 g bietjes en snij in kleine blokjes van ca. 1 cm. Verhit wat olie in een afdekbare pan en bak de blokjes aan. Voeg een eetlepel water toe en laat afgedekt zachtjes ca. 10 minuten smoren. Roer af en toe.
2
Doe 150 g couscous met wat zout in een kom en overgiet met kokend water tot de korrels ca. 1 cm onder staan. Dek af. Roer na 10 minuten los met een vork.
3
Snipper 1 stuk ui en hak 1 teentje knoflook fijn.
4
Haal na ca. 10 minuten de deksel van de bieten en bak door totdat het vocht is verdampt. Voeg nog wat olie toe samen met de ui, knoflook en 1 bakje Oosterse specerijen. Fruit totdat de ui glazig is.
Goed om te weten: In het specerijenbakje zit (voor 2p): 1/8 tl kaneel, 1/4 tl komijnpoeder, 1/4 tl gemberpoeder, 1/4 tl korianderpoeder, 1/4 tl knoflookpoeder, 1/4 tl zwarte peper. In het bakje voor 4p zit het dubbele.
5
Snij intussen 200 g rode kool in kwarten, verwijder het hart en snij overdwars in reepjes.
6
Blus de bietjes en ui af met 1½ el wittewijnazijn en voeg de rode kool toe. Roerbak op hoog vuur 3 minuten mee.
7
Schil 125 g yacon en snij in kleine blokjes van max 1 cm.
8
Voeg de yacon toe en bak nog ca. 2 minuten. Check of de bietjes beetgaar zijn. De rode kool en yacon blijven knapperig. Breng goed op smaak met zout en peper.
9
Bak 40 g walnootstukjes in een droog koekenpannetje knapperig. Hak 1 bosje dille grof en verkruimel 50 g blauwe kaas. Roer de helft(!) van de dille door de couscous samen met een flinke scheut olijfolie extra vierge en een kneep citroensap.
10
Serveer de Oosterse roerbak met de couscous en garneer met de walnootstukjes, blauwe kaas en de rest van de dille.