Schrob 400 g aardappelen schoon en halveer grote exemplaren. Zet op in een laagje gezouten water en breng afgedekt aan de kook. Kook gaar in 20-25 minuten. Giet af en laat droogstomen.
2
Zet een pannetje water met zout op voor 250 g sperziebonen. Verwijder de steeltjes (de puntjes kun je laten zitten) en halveer. Kook vanaf dat het water kookt in 6-8 minuten gaar. Giet en spoel af met koud water. Doe terug in de pan, voeg een klontje boter en wat peper en zout toe. Schud om en dek af tot gebruik.
3
Verwarm olie in een koekenpan. Snipper 1 stuk sjalot en fruit zachtjes tot ze begint te bruinen. Voeg 1 tl tijm toe. Bak 175 g kastanjechampignons mee op middelhoog vuur. Schep af en toe om. Hak 1 teentje knoflook fijn. Voeg op het laatste toe.
4
Hak 1 bosje peterselie fijn.
5
Voeg, als de champignons beetgaar zijn, de room toe. Warm zachtjes mee. Snij intussen de kaas in stukjes en smelt door de saus heen. Laat zo nodig een beetje inkoken. Breng op smaak met peper, zout en een kneepje citroensap. Garneer met de peterselie.
6
Serveer de gekookte Opperdoezers met de romige saus en de sperzieboontjes.
7
De Brabantse blauwschimmelkaas van Bastiaanse vind je ook in de Crisp app.
https://crisp.nl/app/product/1278