1
Verwarm de oven voor op 220 graden.
2
Zet 150 g rijst op in dubbele hoeveelheid water (heet, dat gaat sneller) met zout. Breng aan de kook en laat zachtjes afgedekt in 20-25 minuten gaar koken.
3
Dep 200 g tofu droog en pluk grof in stukken. Doe in een mengkom. Voeg zout, peper, ca. 1/3e (!) van het 'butterchicken'-specerijenbakje en olie toe. Schud goed om. Verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat. Bak 15 minuten in de oven.
Goed om te weten: In het specerijenbakje (voor 2p) zit: ½ tl kurkuma, ½ tl korianderpoeder, ½ tl komijnpoeder, ½ tl gemalen fenegriekzaad, 1/8 tl chilivlokken. In het bakje voor 4p zit het dubbele.
4
Verhit olie in een afdekbare wok of hapjespan. Snij 1 stuk gele ui in dunne halve ringen en fruit. Schil en snij 125 g wortel in dunne halve maantjes en snij de bleekselderij in reepjes. Bak een paar minuten mee.
5
Schil 1 el gember en snij in hele kleine stukjes. Hak 2 teentjes knoflook fijn. Voeg toe, samen met de rest van de specerijen. Maak ruimte in het midden vrij en bak daar 1 blikje tomatenpuree 1 minuut om te ontzuren. Voeg ½ blikje tomatenstukjes en 150 ml water toe en verkruimel ¼ blokje groentebouillonblokje (voor 500ml) erover. Laat ca. 10 minuten afgedekt pruttelen.
6
Breng een pan met een laagje water aan de kook voor de groene kool. Snij 200 g groene kool in dunne reepjes en blancheer ca. 5 minuten en blancheer ca. 5 minuten (let op! je hebt elders deze week ook groene kool nodig!).
7
Roer 1 potje pindakaas goed door de tomatensaus, indien nodig met nog een beetje water, en laat nog 5 minuten zachtjes koken. Schep (een deel van de tofublokjes) door de saus en roer ½ bakje yoghurt erdoor.
8
Snij ½ stengel lente-ui in ringetjes. Doe een deel vast door de saus en bewaar de rest voor garnering. Roer ook de groene kool erdoor, of serveer ernaast als je dat lekkerder vindt.
9
Serveer de rijst met de rest van de tofu en garneer met de overige lente-ui.