Bak 40 g amandelen een paar minuten in een grote droge wok of koekenpan (die gebruik je straks weer) tot ze een beetje knapperig zijn.
2
Snij intussen 1 stuks kleine ui in halve ringen. Laat de amandelen afkoelen op een bordje. Verwarm flink wat olie in de pan en bak de ui tot ze goed glazig is. Voeg wat zout toe. Schil 150 g wortelpeterselie. Snij in dunne halve of kwart maantjes. Bak op middelhoog vuur mee en schep tussentijds om – de ui en wortelpeterselie moeten bruine randjes krijgen!
3
Maak de waterkerspesto. Verwijder alleen de dikke wat stuggere stengels van 50 g waterkers en hak de rest grof. Doe in het bakje van de staafmixer samen met 1 teentje knoflook (verwijder evt. het groene loofje, dat geeft een te aanwezige knoflooksmaak). Hak de amandelen grof en voeg ca. 1/4e(!) toe. Pureer goed. Roer 3 el milde olijfolie erdoor en breng goed op smaak met zout, peper en een kneepje citroensap.
4
Voeg verse olie bij de sjalot en wortelpeterselie en bak 300 g gnocchi op middelhoog vuur ca. 5 minuten mee tot ze mooi bruin en krokant zijn. Past het niet, doe de gnocchi dan in twee rondes. Breng op smaak met peper.
5
Maak intussen de salade. Haal de blaadjes van 1 stronkje witlof af en leg op een mooie schaal. Giet 1 pot bieten af en doe in een mengkom. Meng met 1 el olijfolie extra vierge, ¾ el balsamicoazijn, ½ tl mosterd, peper en zout. Verdeel de bieten over de witlof. Hak 1 bosje bieslook fijn. Bestrooi de salade met de rest van de gehakte amandelen en bieslook.
6
Eet de pesto bij de gnocchi en serveer de salade erbij.