Schil 500 g aardappelen, snij in stukken en zet op in ruim water met wat zout. Breng aan de kook. Snij 150 g witte kool in dunne sliertjes en leg op de aardappels als het water kookt. Kook in 15-20 minuten gaar.
2
Snipper intussen 1 stuk gele ui. Verwarm olie in een wok of koekenpan en fruit de ui. Schil 100 g wortel en snij in halve maantjes, voeg toe. Snij 1½ stengels bleekselderij in plakjes en hak 1 teentje knoflook fijn en voeg toe. Bak 6-8 minuten tot de wortel beetgaar is.
3
Verwarm olie of boter in een koekenpan bak de worstje rondom bruin en gaar.
4
Voeg 1 pakje bonen in piri-piri saus bij de groenten en warm door.
5
Hak ½ bosje peterselie (incl. dunne steeltjes) fijn. Bewaar een klein deel ter garnering en roer de rest bij de bonen.
6
Giet de aardappelen en kool af maar bewaar wat kookvocht(!). Stamp goed fijn en maak smeuïg met kookvocht en een klont boter. Breng op smaak met peper en zout.
7
Serveer de worstjes met bonen in piri-piri saus en de witte kool-aardappelpuree. Bestrooi met de overgebleven fijngehakte peterselie.