Zet een grote pan water met zout op. Hier ga je de spaghetti en de cavolo nero in koken.
2
Verhit olie in een stoof- of hapjespan met dikke bodem. Leg 200 g gehakt in zijn geheel in de olie en laat op hoog vuur bruinen. Draai om en laat ook de andere kant bruinen. Doel is lekker aanbaksel te krijgen op de bodem van de pan.
Goed om te weten: het gehakt voor 2p is gekruid met 1tl korianderpoeder, 1tl komijnpoeder, 1tl venkelzaad, 1tl gedroogde tijm. Het gehakt is al gezouten!
3
Snipper intussen 1 stuk ui. Schil 125 g wortel en snij in dunne halve maantjes. Snij 1 courgette in de lengte in vieren en snij partjes van ca. 1 cm. Ris de blaadjes van de takjes van ½ bosje majoraan en hak grof.
4
Verdeel het gehakt met een houten spatel in stukjes terwijl het vuur hoog staat.
5
Schuif het gehakt naar één kant van de pan en voeg de ui, wortel, courgette en majoraan toe. Bak ca. 5 minuten. Pers de laatste minuut 1 teentje knoflook erbij.
6
Doe 150 g spaghetti in de pan en kook al dente in 9-10 minuten. Giet af en bewaar wat kookvocht.
7
Maak een kleine ruimte in het midden van de pan en bak 1 blikje/potje tomatenpuree een minuut aan om te ontzuren. Voeg de balsamicoazijn toe samen met 300 g passata en de ½ tl (bruine) suiker. Breng aan de kook, zet het vuur laag en laat afgedekt pruttelen (tip).
Tip: Voeg 1 blad laurierblad toe als je dat in huis hebt.
8
Voeg de spaghetti toe aan de ragù en breng het geheel op smaak met peper en zout. Voeg eventueel wat kookvocht toe.
9
Serveer de spaghetti en laat ieder naar wens Stokâlde Fryske (Hollandse ‘Parmezaan’) erover raspen.