Zet 150 g rijst op in dubbele hoeveelheid water met zout. Breng aan de kook en laat zachtjes afgedekt in ca. 25 minuten gaar koken.
3
Dep 200 g tofu droog en pluk grof in stukken. Doe in een mengkom. Voeg zout, peper en olie toe. Schud goed om. Verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat. Bak 15 minuten in de oven.
4
Smelt de vegan boter en wat olie in een grote afdekbare wok of hapjespan. Snipper 1 stuks gele ui en snij 1½ stengels bleekselderij in halve maantjes. Bak op laag vuur. Schil 1 el gember en rasp fijn. Pers 2 teentjes knoflook. Voeg samen met 1 bakje specerijen toe en bak zachtjes mee.
5
Blus af met ½ el witte wijnazijn. Voeg ¾ blikje tomatenblokjes toe, dek af en laat zachtjes afgedekt 5 minuten pruttelen.
6
Maak de kruiden-yoghurtsaus. Hak ½ bosje koriander (incl. dunne steeltjes). Hou de helft apart. Hak de muntblaadjes fijn. Meng 75 ml kokosyoghurt met muntblaadjes en de helft (!) van de koriander. Breng op smaak met peper en zout.
7
Draai het vuur van de wok hoger. Voeg 250 g spinazie (in delen) toe aan de pan tot ze is geslonken. Dek af en toe de pan af, dat maakt het slinken makkelijker. Breng op smaak met zout en peper. Voeg de tofu toe en schep door.
8
Garneer de salag tamatar met de rest van de koriander. Serveer met de rijst en kruiden-yoghurtsaus.
9
Goed om te weten: In het specerijenbakje (bij 2p) zit: 0,12 tl chilipoeder, 1 tl kurkuma, 1 tl garam masala, 1 tl korianderzaad, 0,5 tl gemalen koriander, 0,5 tl komijnzaad. In het 4p bakje zit de dubbele hoeveelheid.