Maak de marinade. Meng in een kommetje de aangegeven hoeveelheid zout, olie, 1 el balsamicoazijn en 1 bakje Indiase specerijen.
3
Snij ½ stuk bloemkool in plakken van ca. 1 cm (het geeft niet als er roosjes afvallen). Snij 1 stuks ui in dikke ringen van ca. 1cm. Leg in een ovenschaal. Snij 1½ stuks tomaten grove stukken, voeg met vocht en al toe. Verdeel de marinade over de groenten. Hussel de marinade goed door de groenten heen (met je handen gaat het makkelijkst). Bak op 20-25 minuten in de oven.
4
Zet de waterkoker aan. Doe 125 g couscous met wat zout in een kom en overgiet met kokend water tot de korrels ca. 1 cm onder staan. Dek af. Roer na 10 minuten los met een vork.
5
Verwarm olie in een koekenpan en bak 2 worstjes in ca. 8 minuten gaar. Draai het vuur zacht en hou warm.
6
Verwijder de onderkant en het loof van 1 stuk venkel en snij in stukjes. Bak in het vet van de worstjes tot beetgaar. Blus af met een kneep citroensap.
7
Hak ½ bosje koriander (incl. dunne steeltjes) fijn.. Schep door de couscous samen met de venkel en een scheut olijfolie extra vierge.
8
Haal de ovenschaal uit de oven en schep alles nog een keer goed om. Breng op smaak met zout.
9
Serveer de worstjes met de kruidige groenten en couscous.
Goed om te weten: In het specerijenbakje voor 2 personen zit: 0,75 tl korianderpoeder, 0,75 tl komijnpoeder, 0,25 tl chilipoeder, 0,75 tl gemberpoeder, 0,75 tl garam masala en 1 tl korianderzaad. In het bakje voor 4p zit de dubbele hoeveelheid.