1
Zet 150 g rijst op met iets meer dan een dubbele hoeveelheid water met zout. Breng aan de kook en kook zachtjes gaar en droog in ca. 20 minuten.
2
Verwijder de harde uiteinden van 125 g peultjes. Voeg bij het kokende water en zet een wekker op 3 minuten. Snij ½ stuk broccoli in roosjes en de steel in stukjes. Voeg na de 3 minuten bij de peultjes en kook nog ca. 4 minuten tot beide groenten beetgaar zijn. Giet en spoel koud af.
3
Snij 1 stuks ui in dunne ringen en hak 1 teentje knoflook fijn. Bak samen in een wok in wat olie. Voeg 1 bakje Madras currypoeder bij de ui als ze glazig is.
4
Spoel 125 g snijbiet af en snij de stengels in stukjes. Snij het blad in repen en hou apart. Bak de steeltjes van de snijbiet even mee in de wok en voeg 200 ml kokosmelk toe. Laat zachtjes een paar minuutjes pruttelen.
5
Verwarm 20 g panko en ½ tl venkelzaad (zonder olie) in een koekenpannetje. Blijf schudden tot de panko bruin is (dat kan snel gaan!). Laat even afkoelen.
6
Rasp ½ stuk limoen en hak 40 g cashewnoten grof. Meng met de panko en venkelzaadjes.
7
Roer het snijbietblad door de kokosmelk en laat slinken. Voeg ook de broccoli en snijbonen toe. Breng op smaak met een kneepje limoensap, peper en zout. Serveer met rijst en bestrooi met de cashew-panko-limoencrunch.