Zet een ruime pan gezouten water op voor de noedels. Kook ½ zakje noedels in 14 minuten gaar (het water moet flink aan de kook zijn!). Spoel af met koud water.
2
Schil 100 g zoete aardappelen en 200 g wortel. Snij in stukken van ca. 2 cm. Hou even apart.
3
Snij een halve sjalot per persoon in parten en hou apart. Snij de rest in halve ringen. Verwarm olie in een soeppan en fruit de halve ringen zachtjes aan.
4
Schil 1 el gember en hak grof. Hak 2 teentjes knoflook grof. Hak de steeltjes van 1 bosje koriander, hou de blaadjes apart.
5
Voeg gember, knoflook en koriandersteeltjes bij de sjalotringen, samen met 0,1 tl chilipoeder of -vlokken en ½ el komijnpoeder en fruit nog één minuut. Voeg zoete aardappel en wortel toe, schep een paar keer om en voeg 200 ml kokosmelk, 300 ml water, 1 bouillonblokje en ½ tl suiker toe. Breng afgedekt aan de kook en laat ca. 15 minuten gaar koken.
6
Bak in een koekenpan in wat boter de sjalotpartjes tot ze bruin en zacht zijn. Snij intussen 150 g gefrituurde tofu in blokjes van ca. 1,5 cm. Bak mee met de sjalot als deze zacht is tot de tofu warm en een beetje knapperig is.
7
Check of de groenten gaar zijn en pureer de soep. Breng op smaak met peper en zout. Voeg evt. nog een mespuntje chilipoeder toe als je van pittig houdt.
8
Verdeel de noedels over grote soepkommen, schep de soep erin en verdeel de sjalotparten, tofu en de achtergehouden koriander naar smaak erover.
9
Serveer met een partje limoen en 50 g cashewnoten.