Was 400 g aardappelen, verwijder eventueel lelijke plekjes en snij in Vlaams frietformaat.
Meng in een mengkom met olie, peper en zout. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak ca. 25 minuten in de oven. Hussel halverwege.
3
Verwarm olie in een wok of hapjespan. Snij 1 stuk sjalot in dunne halve ringen en fruit zachtjes.
4
Halveer intussen 150 g koolraap met een groot scherp mes. Snij in plakken van max. 1 cm (!), schil de plakken en snij in blokjes van max. 1 cm. Voeg de koolraap bij de sjalot en bak rustig verder. Bestrooi met wat zout.
5
Schoon 250 g spruitjes en halveer. Bak de spruitjes mee met de sjalot en koolraap. Voeg een scheutje water toe en dek af. Laat op middelhoog vuur beetgaar stomen in ca. 10 minuten.
6
Verwarm een scheutje olie in een koekenpan. Bak 2 saucijzen zachtjes om en om bruin en gaar in ca. 15 minuten.
7
Haal de deksel van de groenten als ze beetgaar zijn en zet het vuur hoger. Bak op middelhoog vuur tot het wat bruint. Meng 1½ el balsamicoazijn met 1½ el olijfolie extra vierge, peper en zout.
8
Meng de balsamico-olie met de groenten en serveer de saucijzen en aardappeltjes erbij, met naar smaak wat mayonaise .