1
Zet twee pannen water met zout op: een grote voor de pasta en een kleinere voor de koolraap.
2
Schil 200 g koolraap en snij de onderkant eraf. Snij met een groot scherp mes in plakken van (max) 1 cm dik en snij vervolgens in kleine (!) blokjes.
3
Kook de koolraap ca. 5 minuten vanaf dat het water kookt beetgaar. Giet af.
4
Verwarm olie in een afdekbare wok. Snipper ½ stuk sjalot en fruit zachtjes. Voeg wat zout toe.
5
Kook 150 g pasta in 9-11 minuten al dente. Giet af.
6
Hak 1 teentje knoflook fijn, voeg bij de sjalot met 1 tl paprikapoeder en 1 tl gedroogde tijm. Kerf de prei in de lengte in en spoel het zand ertussenuit. Snij in ringen en bak een paar minuten mee.
7
Voeg 250 ml passata en koolraapblokjes bij de prei. Dek af en laat 5-8 minuten zachtjes smoren. Warm op het laatst 125 g ricotta even mee en breng op smaak met peper en zout. Hou eventueel een schepje ricotta apart ter garnering.
8
Meng de pasta door de groenten. Bestrooi met de geraspte kaas (zie tip) en serveer.
Tip: Voor een extra twist: doe de pasta in een ovenschaal, bestrooi met de kaas en zet ca. 5 minuten onder de grill in de oven.