1
Zet 120 g rijst op in iets meer dan de dubbele hoeveelheid water met wat zout. Breng afgedekt aan de kook. Kook in 20-25 minuten gaar en droog.
2
Verwarm olie in een wok. Snij het kontje en loof van 1 stuk venkel, halveer en snij in dunne halve maantjes. Bak stevig aan in de hete olie. Snij 150 g witte kool in plakken van ca. 1,5 cm en dan in stukjes, zodat je vierkantjes krijgt. Bak op stevig vuur mee met de venkel. Bestrooi met zout. Schep af en toe om en draai zo nodig na een poosje het vuur wat zachter. Het is lekker als het aan de randjes wat gaat bruinen.
3
Verwarm olie in een koekenpan en bak 200 g kip rondom bruin en gaar in ca. 8 minuten.
4
Maak de dressing. Snij ½ stuks rode peper fijn, laat indien gewenst de zaadjes zitten voor extra pit. Rasp ½ el gember. Rasp ½ stuk limoen en pers het sap. Doe samen in een kommetje met 2 el sojasaus en 2 el milde olie. Hak 1½ el munt en 1½ el koriander echt mooi fijn voor extra smaakeffect. Roer door de dressing. Breng verder op smaak met nog wat zout en peper.
5
Spoel 1 stuk paksoi af. Snij de paksoi stengels in plakjes en het blad in repen. Bak als de kool en venkel beetgaar zijn, de paksoi mee tot ze iets is geslonken.
6
Doe de groenten met de rijst en dressing in een schaal en meng goed.
7
Serveer de kip erbij. Giet evt. wat van de kipolie door de rijstsalade.