Maak de boullon met 1 groentebouillonblokje en 500 ml kokend water.
2
Verwarm olie in een afdekbare wok of hapjespan. Snipper ½ rode ui en fruit zachtjes. Hak 1 teentje knoflook fijn, voeg toe. Bestrooi met 1 tl tijm en 1 tl oregano.
3
Voeg 200 g orzo toe en schep om. Voeg een scheutje witte wijn of een kneepje citroensap toe. Voeg zoveel bouillon toe dat het net onder staat, dek af en zet het vuur zacht. Voeg steeds een schep bouillon toe als het dreigt droog te koken. De orzo heeft ca. 10 minuten nodig om gaar te worden. De bouillon hoeft niet op en het geheel mag een beetje nat en smeuïg blijven.
4
Halveer ½ bakje olijven.
5
Snij ½ aubergine in dunne kwart maantjes. Verwarm olie in een koekenpan en bak ca. 5 minuten op hoog vuur. Snij intussen ½ courgette iets grover dan de aubergine en bak nog ca. 5 minuten mee. Bak als de aubergine goed gaar is 125 g tomaatjes in het geheel nog een paar minuutjes mee tot ze wat zachter worden. Voeg op het laatst de olijven toe, warm kort mee en breng op smaak met peper en zout.
6
Roer, als de orzo beetgaar is, de rucola er doorheen (bewaar een plukje ter garnering). Breng op smaak met peper, zout en wat olijfolie extra vierge. Schep de courgette, aubergine, tomaatjes en olijven er voorzichtig doorheen. Brokkel 50 g feta erover en en serveer met een plukje rucola.