Schrob 250 g koolraap schoon en snij de onderkant eraf. Snij met een groot scherp mes in plakken van (max) 1 cm dik en snij vervolgens in kleine blokjes. Snij een halve sjalot per persoon in parten en de rest van de sjalot in halve ringen.
3
Leg de koolraapblokjes en de sjalotparten op een met bakpapier beklede bakplaat. Besprenkel royaal met olie, zout en peper. Rooster ca. 20 minuten in de oven.
4
Zet een ruime pan gezouten water op voor de noedels. Kook ½ zakje noedels in 14 minuten gaar (het water moet flink aan de kook zijn!). Spoel af met koud water.
5
Verwarm olie in een soeppan en fruit de halve ringen zachtjes aan. Schil 1 el gember en hak grof. Hak 2 teentjes knoflook grof. Hak de steeltjes van 1 bosje koriander, hou de blaadjes apart. Voeg samen bij de sjalotringen en fruit nog één minuut. Voeg 0,1 tl chilipoeder of -vlokken en ½ el komijnpoeder toe en schep om. Voeg 200 ml kokosmelk, 300 ml water, 1 bouillonblokje en ½ tl suiker toe en breng afgedekt aan de kook.
6
Snij 150 g gefrituurde tofu in blokjes van ca. 1,5 cm en bak in wat olie in een koekenpan knapperig.
7
Check of de koolraap gaar is en hou ca. 1/4de apart. Schep de rest bij de bouillon en pureer. Breng op smaak met peper en zout. Voeg evt. nog een extra mespuntje chilipoeder toe als je van pittig houdt.
8
Verdeel de noedels over grote soepkommen, schep de soep erin en verdeel de sjalotparten, tofu, achtergehouden koolraapblokjes en de achtergehouden koriander naar smaak erover.
9
Serveer met een partje limoen en 50 g cashewnoten.