Snipper ½ stuk ui. Smelt een klont boter in een soeppan en fruit in enkele minuten glazig. Voeg 150 g parelgort toe en roerbak één minuut mee. Voeg 300 ml kokend water en ½ groentebouillonblokje toe. Dek af en kook in ca. 20 minuten gaar.
3
Schil intussen 150 g knolselderij en snij in kleine blokjes van 0,5 tot max(!) 1 cm. Verwarm olie in een wok of koekenpan. Bak daarin de knolselderij op middelhoog vuur. Schil en snij intussen 200 g zoete aardappelen in even kleine blokjes en voeg toe. Hak 35 g zongedroogde tomaat grof en voeg toe. Dek af en laat in ca. 8 minuten op middelhoog vuur beetgaar smoren. Schep af en toe om.
4
Hak intussen 40 g walnoten grof en rooster in een droge koekenpan goudbruin.
5
Snij 150 g kastanjechampignons in kwarten of achten. Voeg bij de aardappel en knolselderij. Zet het vuur hoog en bak de champignons mee tot ze bruinen en beetgaar worden.
6
Hak intussen 1 teentje knoflook fijn. Zet het vuur lager als de champignons beetgaar zijn en bak de knoflook en 1 tl Provençaalse/ Italiaansekruiden één minuut mee.
7
Rasp 50 g kaas. Roer de helft(!) van de kaas door de parelgort samen met een klont boter. Breng op smaak met peper, zout en een kneepje citroensap (mag uit flesje).
8
Schep 35 g rucola door de parelgort. Serveer met de groenten en garneer met de walnoten en de rest van de kaas.