Was 600 g aardappels en schil de 200 g knolselderij. Snij in stukjes van 2 a 3 cm. Zet net onder water met zout en breng afgedekt aan de kook. Kerf 1 stuk prei in de lengte in en spoel zand er tussenuit. Snij in ringen. Leg bovenop de aardappels en dek af. Kook in 15-20 minuten gaar.
2
Snipper 1 stuk sjalot heel fijn. Fruit zachtjes in een beetje olie in een sauspannetje. Laat niet verkleuren. Blus af met ½ el witte wijnazijn (Voeg 100 ml witte wijn (optioneel) toe en laat tot de helft inkoken). Voeg wat peper toe en kruimel ¼ blokje misobouillon erbij. Voeg 100 ml slagroom toe. Laat zachtjes verder koken.
3
Giet de aardappels, knolselderij en prei af en bewaar een glaasje kookvocht. Stamp tot een smeuïge puree met wat kookvocht en een flinke scheut olijfolie extra vierge. Breng op smaak met 1 el mosterd, zout en peper. Voeg eventueel nog wat kookvocht toe. Verwijder alleen dikke stelen van ½ zakje waterkers en hak grof. Roer door de puree. Warm nog even door op zacht vuur, zodat de waterkers slinkt.
4
Verwarm boter in een koekenpan. Kruid 200 g beekridder met peper en zout. Bak als de boter begint te bruisen de beekridder ca. 3 minuten op de huid. Draai nog 2 minuutjes om.
5
Serveer de puree met de beekridder en miso roomsaus.
6
Goed te weten: De Beekridder is niet per sé 1 filet per persoon, maar 100 gram per persoon.