Was 300 g aardappels en snij in blokjes van 2 cm. Schil 300 g knolselderij en snij de helft in blokjes van 2 cm (je gebruikt de andere helft voor de selderijsalade). Meng met olie, peper en zout. Verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat (of twee) en bak ca. 25 minuten in de oven. Zet een wekker op 20 minuten, dan gaan de broodjes er nog 5 minuten bij.
3
Zet een pan met een laagje water en wat zout op. Snij de andere helft van de knolselderij met een groot scherp mes in zo dun mogelijke plakken. Snij van de plakken julienne reepjes (als luciferstokjes). Of, rasp grof als je dat makkelijker vindt. Blancheer 1 minuut in kokend water en giet af in een vergiet. Spoel af met koud water en druk het vocht eruit.
4
Verwarm olie in een koekenpan. Bak 2 worstjes rondom bruin (ze zijn al gaar). Snij 2 stuks sjalotten in ringen, zet het vuur zacht en bak zachtjes mee tot de sjalot gaar is en de worst warm.
5
Maak de remouladesaus. Hak 1½ el peterselie en 1½ el bieslook fijn. Hak 1½ el kappertjes grof. Meng de verse kruiden en kappertjes met 3 el yoghurt, 2 el mayonaise en 1 tl mosterd. Breng goed op smaak met peper en zout, een kneepje citroensap en ¼ tl suiker. Meng ca. de helft(!) van deze saus door de gekookte knolselderij en zet de rest in een bakje op tafel. Was en snij 40 g raapsteel (incl. steeltjes) grof en schep er doorheen. Hou blaadjes achter voor op de broodjes!
6
Bak 2 zakjes ciabatta's af in 5 minuten.
7
Beleg de broodjes met wat raapsteelblaadjes, remouladesaus, sjalot en de worst. Serveer de selderijsalade en de gebakken aardappels en groenten uit de oven erbij.