1
Verwarm de oven voor op 200 graden.
2
Schil 500 g aardappels en snij in stukken. Schil ½ stuks koolrabi (met name de onderkant– die is taai) en snij in iets kleinere stukjes. Zet op in een laagje koud water met zout. Kook gaar in 15-20 minuten.
3
Rasp 20 g kaas in een kommetje. Meng met 1 bakje panko, 1 zakje wakame flakes en wat zout en peper.
4
Dep 2 koolvisfilets droog en leg in een passend ovenschaaltje. Bestrijk met olijfolie, zout en peper, en bedek met het panko-mengsel. Besprenkel met wat extra olie. Bak ca. 15 minuten, of totdat de koolvis gaar en de korst goudbruin en krokant is.
5
Spoel 150 g spinazie af. Verwijder alleen het dikste deel van de stelen (die zijn taai), snij de dunnere stelen en het blad grof. Hou apart.
6
Snij 1 stuk sjalot in halve ringen en bak zachtjes glazig in een beetje olie in een wok of koekenpan. Hak 1 teentje knoflook fijn en halveer 250 g tomaatjes. Voeg als de sjalotten glazig zijn, de tomaatjes, knoflook en een snuf zout toe. Bak 1 minuut mee.
7
Voeg de spinazie toe en bak al omscheppend totdat deze slinkt.
8
Giet de aardappels en koolrabi af (bewaar wat kookvocht!). Stamp tot een puree met een goede klont boter en eventueel wat kookvocht.
9
Breng de spinazie en aardappel-koolrabipuree op smaak met peper en zout.
10
Serveer de koolvisfilet met de aardappel-koolrabipuree en de groenten.