Schil 500 g aardappelen en de wortel, snij in stukken van ca. 2 cm en zet goed onder water in een ruime pan met een snuf zout. Hak 1 bosje lavas grof (incl. steeltjes) en voeg toe. Dek goed af, breng aan de kook en laat afgedekt 20 minuten koken.
2
Schil 100 g meiraap en verwijder de onder- en bovenkant. Snij in partjes en vervolgens in flinterdunne plakjes. Meng in een schaaltje 3 el witte wijnazijn, 1 tl suiker en een snuf zout. Voeg de meiraap toe, schep goed om en zet weg tot gebruik.
3
Giet de aardappelen en de groenten af (bewaar wat kookvocht). Stamp fijn met een goede klont boter. Voeg eventueel wat kookvocht toe en breng op smaak met zout en peper.
4
Snij 50 g stengelui in stukken van 3 cm. Verwarm olie in een koekenpan en bak gedurende 3 tot 5 op hoog vuur tot deze bruin kleurt. Hak intussen 1 teentje knoflook en bak 1 minuut mee. Voeg 150 g spinazie toe en bak mee tot geslonken. Schep het geheel door de stamppot.
5
Verwarm olie in een tweede koekenpan en bak 1 pakje tempeh in ca. 5 minuten warm. Voeg 1 el ketjap manis toe, schep goed om en zet het vuur uit.
6
Serveer de tempeh met de stamppot, de ingelegde meiraap en 25 g pinda's.