Snipper 1 ui. Verwarm olie in een soeppan en fruit de ui zachtjes(!). Voeg wat zout toe.
2
Schil 175 g wortelpeterselie en snij in stukken van ca. 2 cm. Snij 200 g knolselderij in plakken van ca. 2 cm, schil (met de dunschiller) en snij in blokjes van ca. 2 cm.
3
Hak 1 teentje knoflook voor de soep fijn en doe met ½ tl kerriepoeder en ½ tl komijnpoeder bij de ui. Bak een minuut mee. Voeg de gesneden groenten toe, schep een paar keer om en voeg 500 ml water toe (kokend als je sneller klaar wil zijn) met 1 groentebouillonblokje. Dek af. Kook in ca. 15 minuten gaar.
4
Maak de croutons. Smelt 2 el boter met wat olie in een grote koekenpan. Snij intussen 150 g ciabatta in blokjes. Voeg bij de boter als ze stopt met schuimen. Bak op stevig vuur en schud regelmatig om. Hak intussen 1 teentje knoflook voor de croutons fijn. Zet het vuur uit als de croutons bruin zijn. Voeg knoflook toe en schud een paar keer heel stevig, zodat de knoflook niet verbrandt. Breng op smaak met peper en zout en leg op een bord.
5
Maak in een slakom een vinaigrette van 1 el witte wijnazijn, 1 tl mosterd, olie, peper en zout. Snij 1 stronkje roodlof grof in reepjes. Schil 1 peer en snij in stukjes. Meng samen door de dressing.
6
Voeg ½ blik witte bonen met aanhangend vocht bij de soep. Pureer glad. Breng op smaak met een kneepje citroensap, peper en zout.
7
Snij 1 zakje peterselie fijn en garneer de soep ermee. Serveer de croutons erbij.