Was 500 g aardappelen en snij in blokjes van ca. 2 cm.
Verwijder loof en onderkant van de venkel en snij in plakjes. Snij 3/4de(!) van 1 rode ui in parten. Snipper de rest en hou apart. Meng de aardappelen, venkel en ui met olie, peper en zout en verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat. Bak in 25-30 min gaar.
3
Snij intussen 1 stuks spitskool in kwarten (laat de stronk zitten, zodat hij niet uit elkaar valt) en bestrooi met zout. Verwarm een flinke klont boter (ca. 25 gram p.p.) in een koekenpan (evt. in 2 pannen of in 2 keer bij 4p). Bak de spitskool ca. 2-3 minuten per snijkant. Leg in een ovenschaal en schenk de boter uit de pan erover. Zet naast (of onder) de aardappelen in de oven. De spitskool heeft nog 15-20 minuten nodig om goed gaar te worden.
4
Rooster 30 g amandelschaafsel in een droge koekenpan tot het begint te kleuren, laat afkoelen.
5
Verwarm nog wat olie in de eerder gebruikte koekenpan en bak 4 worstjes rondom en om bruin en gaar in ca. 8 minuten.
6
Hak 1 bosje dille fijn.
7
Haal de worstjes uit de pan (hou warm) en fruit de gesnipperde ui zachtjes in het achtergebleven vet. Voeg, als de ui glazig is, wat zout en 250 g yoghurt toe. Roer ½ el bloem er met een garde doorgeen en laat ca. 5 minuten zachtjes sudderen. Roer af en toe.
8
Verdeel de yoghurt over de borden, bestrooi met de dille en leg de spitskool erop. Bestrooi met het amandelschaafsel. Serveer met de gebakken aardappelen, ui en de worstjes.