Zet 150 g rijst op in iets meer dan een dubbele hoeveelheid water met zout. Kook zachtjes in 20-25 minuten gaar en droog.
2
Schil 100 g wortel, snij in dunne halve maantjes. Verwarm olie in een wok, fruit zachtjes. Hak 1 teentje knoflook fijn, voeg toe. Kruimel ½ groentebouillonblokje erbij en roer goed door.
3
Snij 150 g witte kool in dunne reepjes. Roerbak mee op hoog vuur. Schep af en toe om terwijl je doorgaat met de rest.
4
Los 100 g katjangsaus op in een pannetje met 100 ml water. Warm zachtjes op en roer totdat je een gladde saus hebt. Hou het dun, zo hoort het zegt Bartje, en die kan het weten!
5
Snij ½ stuk paksoi in stukken van 2 cm, bak mee met de groenten in de wok.
6
Snij 1 stuk lente-ui in ringetjes, hou apart voor garnering.
7
Kluts 3 stuks eieren met wat zout, peper en ½ el ketjap manis. Verwarm olie in een koekenpan, giet de eieren erbij en schep stevig ca. 2 minuten om tot je een smeuïg roerei hebt.
8
Roer de (gare) rijst en 1 el sojasaus bij de groenten in de wok en roerbak even mee. Breng op smaak met peper en zout.
9
Garneer de nasi met de lente-ui en serveer de nasi met de katjangsaus en roerei.